Nieuw platform HuisSwop zet in op wederzijdse verkoop

04-03-2022 (11:05) - Marketing

HuisSwop biedt huiseigenaren met verhuiswensen een alternatief voor noodgedwongen deelnemen aan de gekte op de woningmarkt. Het nieuwe platform, vergelijkbaar met Tinder maar dan voor woningen, brengt vraag en aanbod voor woningruil samen. In de eerste dagen na lancering bleek er al veel interesse in het platform.
 
Huizenruil - ofwel wederzijdse verkoop - is dé oplossing voor de huidige overspannen woningmarkt. Het fenomeen is in Nederland echter nog vrij zeldzaam. Twee woningbezitters met verhuisambities en belangstelling in elkaars woning moeten elkaar ook maar net treffen. HuisSwop vergroot die kans aanzienlijk.
 
Na het kosteloos aanmaken van een account registreert de gebruiker de eigen woning op huisswop.nl en voert de eigenschappen van de gewenste woning in. Op basis van de ingestelde filters zoekt het systeem naar hits. Heeft gebruiker A interesse in de woning van gebruiker B en is dat wederzijds? Dan is er een potentiële match. Om te matchen, betalen beide gebruikers via het platform € 10,-.
 
Bij wederzijdse belangstelling worden de contactgegevens uitgewisseld en kunnen beide gebruikers kennismaken en - vooralsnog buiten HuisSwop om - besluiten om al dan niet het verkoopproces in te gaan. Wil één van de partijen niet matchen? Dan krijgt de ander het bedrag teruggestort: no match, no pay.
 
Initiatiefnemer Abel Scholtens legde het fundament van HuisSwop. De Rotterdammer zag in zijn eigen omgeving dat er vraag moest zijn naar zijn dienst. “Het idee voor HuisSwop ontstond in de wijk waar ik woon. Daar zijn gezinswoningen waar senioren wonen, terwijl veel vrienden van mij met jonge kinderen in appartementen wonen. Wat als die met elkaar zouden kunnen ruilen? De senioren hebben vaak behoefte aan een kleinere woning met alles op dezelfde verdieping, terwijl de jonge gezinnen dromen van een gezinswoning met een tuin. Maar beide groepen voelen er meestal niets voor om in deze tijd deel te nemen aan de overspannen huizenmarkt en blijven zitten.”
 

Bureaus

Media

Economisch