Zijn we altijd voor de underdog?

03-05-2016 (10:34) - Column

Gisteren stond de hele wereld op zijn kop toen Leicester City geheel tegen de verwachting in nationaal kampioen voetbal wist te worden in de sterke, rijke Engelse Premier League. Het nietige Leicester City, met een bescheiden begroting. En dat in een competitie waarin met geld wordt gesmeten en waarin rijke oliesjeiks de dienst uitmaken. Veel clubs in deze competitie hebben een enkele speler in dienst wiens transfersom gelijk is aan de totale begroting van Leicester City. Alsof je een peuter het op een schoolplein laat opnemen tegen kinderen uit groep 6. 
 
We vinden dit allemaal prachtig. En waarom? Omdat Leicester de underdog is. We zijn meestal voor de underdog. Het kleintje, waarvan je nooit verwacht dat hij zal winnen. We hebben de neiging om te juichen voor het kleine meisje dat gaat armpjedrukken tegen haar grote broer, we moedigen de amateurhardloper aan tijdens zijn eerste marathon, hopend dat hij erkende lopers verslaat en we kijken met spanning toe of de tragere antilope uit handen kan blijven van het rappe jachtdier. Waar komt dit fenomeen precies vandaan? En komt dit fenomeen overal voor? 
 
Er zijn een aantal verklaringen mogelijk, maar het blijft gissen of dit onze voorkeur voor de underdog helemaal kan verklaren. Ten eerste is er de verrassing. We willen constant verrast worden, uit angst voor een saai en rechtlijnig leven. Daarnaast is het mogelijk dat we mensen, teams, bedrijven die alles al hebben en die alles al winnen minder gunnen. Ga maar na, je hebt zelf ongetwijfeld een of meerdere keren in je leven de zin ‘Ach, gun hem nu ook eens wat’ uitgesproken. We houden van rising stars, kijk maar naar de New Kids on the Block verkiezing. Jonge, onbekende bedrijven die het goed doen, ze wekken sympathie op. Maar er komt een punt dat ze niet nieuw meer zijn, of dat ze te groot zijn. Het moment dat je underdog-af bent is zowel pijnlijk als een goed teken. Je bent immers minder geliefd, maar dit betekent tevens dat je het goed hebt gedaan. Afgunst komt vaak voor uit jaloezie. 
 
Toch is het moeilijk voor de stellen dat het underdogprincipe overal opgaat. Neem de financiële markt. Staan we te juichen als een klein, jong bedrijf op een beursdag betere cijfers noteert dan Philips? Kopen we onze Sultana koekjes niet meer bij de Albert Heijn in de hoop dat ze verslagen worden door de kleine buurtsuper? Het lijkt onwaarschijnlijk. Ook als het op marcom aankomt willen we gewoon de beste hebben. Sentiment is daarbij van ondergeschikt belang. Dat terwijl er genoeg underdogs zijn die prima werk af kunnen leveren. Stiekem ben ik nog steeds voor de underdog, voor de new kids. Maar voor hoe lang nog?
 

Jaap van de Venis

Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst op dit artikel.