Dorpsclubjes met een blinde vlek

13-09-2016 (14:08) - Column

Het zal de dikke Van Dale kopzorgen opleveren: de definitie van het woord ‘amateur’ moet volledig op de schop. Hiervoor mogen ze de amateurvoetbalwereld aankijken, en in het bijzonder: de sponsoren die geld steken in amateurverenigingen.
 
Vorige week kwam Zembla met een documentaire over noodlijdende amateurverenigingen die zichzelf de vernieling in hielpen nadat plaatselijke ondernemers besloten om grote sommen geld in een dorpsverenigingen te steken. Waar dit geld precies vandaan komt, of hoe dit geld verdiend is, is vaak onzeker en voor de clubs zelf bijzaak. Het gaat doorgaans om schimmige ondernemers die zelf bij de club hebben gespeeld en die een band met de plaatselijke vereniging hebben.
 
Het gevolg van de investeringen is wel duidelijk: Er ontstaat een blinde vlek bij het bestuur van betreffende vereniging. Wat voorheen een gemoedelijk dorpsclubje was waar iedereen elkaar kent en waar men op zondag gezamenlijk de derde helft speelt terwijl de terreinknecht ballen uit de sloot vist, is nu een concern geworden waarin prestaties en geld de boventoon voeren. De club promoveert vier jaar op rij, omdat spelers van buitenaf (vaak oud-profspelers) worden aangekocht en fors krijgen betaald. De spelers hebben geen binding met de club, hebben nog nooit een voet over de drempel van de kantine gezet en kennen de naam van de terreinknecht niet. 
 
Op het moment dat een sponsor besluit zich terug te trekken of wordt opgedoekt wanneer misstanden op belastingtechnisch gebied, of (andere) criminele activiteiten, aan het licht komen, beginnen de problemen. Het ooit zo bescheiden, charmante dorpslubje zit ineens met een begroting waar veel profclubs jaloers op zijn, maar ze hebben geen middelen om de begroting te voeden. Spelers kunnen niet meer betaald worden, dus gaan ze hun heil elders zoeken (ze kennen immers geen enkele vorm van clubliefde). Uiteindelijk moeten veel van deze clubs een faillissement aanvragen.
 
In veel gevallen is een voetbalclub de trots van het dorp. In het amateurvoetbal worden deze clubs gesteund door plaatselijke ondernemers, er gaat simpelweg veel geld in om. Dit is ook een goede zaak. Je wil graag dat je kinderen zorgeloos kunnen sporten met hun vriendjes en vriendinnetjes. Het moet echter niet leiden tot een blinde vlek. Een vlek die groter wordt wanneer hij wordt gevoed door succes en geld, niet in verhouding met de kneuterigheid van het dorp en de club. Plaatselijke (jeugd)spelers moeten wijken voor nieuwelingen, het plezier verdwijnt. Weg gezelligheid, weg sfeer. Hoewel in eerste instantie de gouden bergen erg mooi lijken, moeten sponsoren zich toch realiseren: sponsor veilig of sponsor niet.
 
 
Jaap van de Venis
redacteur Fonk