Jaarlijkse monitoring kinderreclame laat verbetering in naleving zien

24-08-2017 (09:17) - Toeleveranciers

Voor de zesde keer op rij publiceert de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) de jaarlijkse monitoring van de naleving van de reclameregels voor voedingsmiddelen gericht op kinderen.


De Stichting Reclame Code onderzocht in opdracht van de FNLI in hoeverre bedrijven zich houden aan de regels van artikel 8 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RvV)*. De naleving in algemene zin is goed te noemen, er zijn duidelijk minder bedrijven geïdentificeerd die in overtreding zijn van deze regels, in vergelijking met 2016.
 

Het onderzoek is uitgevoerd door de afdeling Compliance van de Stichting Reclame Code in de periode juni-juli 2017. De gevonden uitingen die niet in lijn lijken met artikel 8 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen zijn afkomstig van in totaal 11 bedrijven. In 2016 waren dat er 23.


De bevindingen 

TV: Onderzocht is of er commercials voor voedingsmiddelen op televisie zijn uitgezonden rondom programma’s met een bereik van meer dan 25% onder kinderen van 12 jaar of jonger. Er zijn uitingen van 3 bedrijven op één zender gevonden waar het reclame gericht op kinderen van 7 t/m 12 jaar betreft voor producten die niet aan de voedingskundige criteria voldoen. Er was ook een geval waarbij het niet duidelijk was of er aan werd voldaan. Deze laatste was op twee zenders te vinden.

Bioscopen: Er zijn geen overtredingen in reclames rondom bioscoopfilms gericht op kinderen en families gevonden.

Bedrijfs- en merkenwebsites: In totaal zijn 103 websites onderzocht, waarvan 89 (=86%) conform het bepaalde in artikel 8 van de RvV zijn. Er zijn in totaal 3 websites (=3%) die reclame bevatten (of daarnaar verwijzen) die gericht lijkt op kinderen en waarop geen uitzonderingsbepaling van toepassing is. Tevens waren er enkele grensgevallen (11%).

Kinderwebsites: Daarnaast zijn 23 websites van derden, die zich specifiek richten op kinderen t/m 12 jaar, onderzocht zoals spelletjeswebsites en websites van kindermedia. Op 3 van de 23 websites is reclame waargenomen die mogelijk strijdig is met artikel 8 van de RvV.

Social media: In aanvulling op de bedrijfs- en merkenwebsites zijn ook social media-kanalen van bedrijven in eigen beheer onderzocht. Hier zijn 2 gevallen van overtreding gevonden.

Vlogs: Naast het onderzoek naar eigen social media-kanalen is dit jaar opnieuw een steekproef gehouden onder een aantal populaire vlogs, dit keer bij 19 content creators. Hier zijn weliswaar enkele advertenties en 1 video gevonden die als reclame voor voedingsmiddelen kunnen worden beschouwd, maar daarvan kon niet worden vastgesteld dat deze op kinderen tot 13 jaar zijn gericht.

Apps: dit jaar zijn 23 apps, die bij kinderen populair zijn (met onder andere spelletjes), gemonitord. Hier zijn geen overtredingen gevonden.


Overheid neemt monitoring-rol over 

Het is dit jaar voor het laatst dat de FNLI de monitoring van de naleving van de reclameregels voor voedingsmiddelen m.b.t. reclame gericht op kinderen laat uitvoeren door de onafhankelijke afdeling Compliance van de Stichting Reclame Code. In februari van dit jaar heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen van CDA-kamerlid Bruins Slot, waarin de regering wordt opgedragen deze monitoring zelf uit te (laten) voeren (voor de motie klik hier). In de praktijk betekent dit dat het ministerie van VWS een derde partij opdracht zal geven om de naleving te monitoren en hierover aan de Kamer zal rapporteren. 


Directeur van de FNLI Marian Geluk: “De proactieve jaarlijkse monitoring is voor de FNLI altijd een belangrijk instrument geweest om de naleving in kaart te brengen. Daardoor kunnen we gericht werken aan de punten waarop verbetering nodig is. Wij hopen deze rol te kunnen voortzetten, ook nu de monitoring in opdracht van een andere partij zal worden uitgevoerd.”


De FNLI heeft de bedrijven die in de monitoring niet compliant leken te zijn hier inmiddels op gewezen.